Wat was je eerste reactie toen regisseurs Kristina Lindström en Kristian Petri
je vertelden over hun plan om een film over jouw leven te maken?
‘Kristian vroeg me in eerste instantie of hij een ‘portret’ van me mocht schieten. Wat is je eerste gedachte bij het woord ‘portret’? Je denkt aan iets kleins: tien of vijftien minuutjes op een of andere obscure kunstzender. Langzaam maar zeker werd duidelijk dat het allemaal veel groter zou worden. Als Kristian aan het begin had gezegd: ik wil een lange documentaire over je maken, dan had ik gezegd: wacht even, dat weet ik nog niet. En ik had nog wat andere voorwaarden, maar dat doet er niet zoveel toe.’
Kwamen die andere voorwaarden nog wel naar voren tijdens het filmen?
‘Toen me duidelijk werd hoe groot het project werd, gaf ik aan dat ik niet geïnteresseerd was in aandacht. Het enige dat ik ervoor wilde was geld. Cynisch of niet, zo ging het. Ik wilde ervoor betaald worden. Al zei ik het misschien niet zó hard.’
Muziek en religie definiëren wat ik ben en hoe ik in het leven sta
En voelde je je ook niet begaan met het onderwerp? Gezien de boodschap?
‘Niet zo erg. De boodschap die mensen erin lezen is uit zichzelf gegroeid. Daar hadden wij geen controle over. Ik in ieder geval niet. Ik deed gewoon wat mij gezegd werd.’
Voelde het zo? Alsof jij geen controle had over het maakproces?
‘Nou ja, ik had wel wat ideeën. Ik wilde wat beelden waarin ik muziek maakte. Ze vonden dat wel een goed idee, maar het kwam er steeds niet van. Dat zit er nu helaas niet echt in. Eigenlijk wilde ik twee dingen die belangrijk voor mij zijn graag in de film: muziek en religie. Daar draait mijn hele leven om.’
Dus deze aspecten hadden een completer beeld van jou geschetst?
‘Ja, absoluut. Muziek en religie definiëren wat ik ben, hoe ik me gedraag, hoe ik in het leven sta, hoe ik naar dingen kijk.’
Als antwoord op de vraag waar de film over ging antwoordde je ‘over mij’, maar het klinkt alsof bepaalde aspecten van jou naar de achtergrond zijn verschoven omdat ze minder goed passen in een verhaal dat eigenlijk gaat over de verschrikkelijke impact die de entertainmentindustrie op mensen kan hebben. Misschien is het meer een film over dat fenomeen, dan echt een portret van jou. Hoe had de film eruit gezien als jij hem had gemaakt?
‘Ja, daar ben ik het eigenlijk wel mee eens. Als het over mij was gegaan, dan had ik willen vertellen hoe schoonheid verder gaat dan slechts een fysiek voorkomen. Door mijn geloof heb ik geleerd om overal schoonheid in te zien. En het heeft me mijzelf beter leren kennen. Mijn hele leven ben ik op zoek geweest naar de zin van het leven. Ik dwong mezelf tot filosofische acrobatiek, maar het bleef leeg voor me. In religie vond ik eindelijk de verklaringen waar ik naar zocht. En dan heb ik het niet over een klassieke religie met tradities en gebruiken en mythes en verhalen. Het is geen dramatische religie, het is gewoon heel alledaags.’
‘De hele dag door voer ik gesprekken met mezelf, in de vorm van gebeden. Ik richt me dan tot de versie van mij die niet besmet is met aardse ongemakken. Zo houd ik mezelf op de been. Ja, op die momenten weet ik wie ik echt ben.’