Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar bij het beroep ‘handelsreiziger’ denk ik automatisch aan lang vervlogen tijden en verre oorden. Zijn er nog mensen die van deur tot deur gaan om hun waar te verkopen? Kopen we niet gewoon alles op het internet tegenwoordig?
Film met Fien
Aki Kaurismäki’s The Other Side of Hope biedt een klein sprankje hoop in een eenzame wereld

In The Other Side of Hope (2017) ziet Fien een maatschappij zonder internet en zonder mensen op straat, maar mét veel veerkracht. ‘In tijden van crisis is meer mogelijk dan je denkt.’

The Other Side of Hope
Het pad van een Finse handelsreiziger kruist dat van Syrische vluchtelingen in een nieuw droogkomisch drama van Aki Kaurismäki (Le havre).
In de wereld van Aki Kaurismäki, wiens The Other Side of Hope ik keek via Vitamine Cineville, zijn er zeker nog handelsreizigers, nou ja, ééntje in ieder geval: Wikström is zijn naam, en hij handelt in overhemden die hij probeert te slijten aan Zeeman-achtige winkels in Helsinki. Misschien is handelsreiziger een noodzakelijk beroep omdat er in Kaurismäki’s wereld vrijwel geen internet lijkt te bestaan. (Gelukkig maar, want verhalen zonder internet zijn toch wel de beste verhalen.)
De Syrische vluchteling Khaled, wiens aankomst in Finland moet worden geregistreerd, wordt aldaar geconfronteerd met een bureaumedewerker van de immigratiedienst die een typemachine gebruikt om Khaleds gegevens te noteren. Geen internet, noch computers. Maar er is oorlog in Syrië: dit móet zich wel afspelen in het nu. De wereld van The Other Side of Hope schippert tussen de moderniteit en een nostalgische, tijdloze versie van een vroegere maatschappij. Kaurismäki combineert beelden die uit de jaren zeventig zouden kunnen komen (of misschien, de jaren zeventig van een parallel universum) met een actueel onderwerp als het Syrische conflict: een combinatie van stijl en thematiek die de regisseur eigen is.

De Finse maatschappij die Kaurismäki in beeld brengt is onhandig: sociaal contact gaat met horten en stoten, het is altijd stil op straat (afgezien van een paar bluesbandjes die hun misère bezingen), en de lege stad doet denken aan een absurde droomwereld. Zowel die vreemde beleving van tijd en de lege straten zijn herkenbaar in tijden van zelf-isolatie en social distancing. Want hoe werkt sociaal contact ook alweer? En heb je elkaar nou gister voor het laatst gesproken of twee weken geleden? Wat is tijd eigenlijk, überhaupt?
The Other Side of Hope is vooral herkenbaar omdat deze eenzame absurditeit samengaat met een enorme onderlinge solidariteit
The Other Side of Hope is vooral herkenbaar omdat deze eenzame absurditeit samengaat met een enorme onderlinge solidariteit. De handelsreiziger besluit de vluchteling te helpen met zijn zoektocht naar zijn zus; Khaled helpt op zijn beurt Wikström, die heeft besloten zich te richten op het uitbaten van een restaurant op de rand van faillissement. Khaled wordt om de haverklap aangevallen door gewelddadige, racistische Finnen, maar wordt vooral ook geholpen door vriendelijke vreemdelingen. Wikström blijkt over onvermoede creatieve talenten te beschikken, als zijn café op omvallen staat en er nieuwe klandizie nodig is – waarom begint hij niet gewoon een sushitent? Dat kun je gewoon in één klap uit de grond stampen, als het nodig is, en je werknemers doen er zelfs een speciale outfit voor aan. In tijden van crisis is meer mogelijk dan je denkt.
Afzondering en solidariteit gaan onverwacht hand in hand in The Other Side of Hope. Kaurismäki brengt een klein beetje troost zonder de realiteit uit het oog te verliezen: op het journaal ziet alles er nog steeds treurig uit, daar valt weinig aan te doen. Er zit niets anders op dan er op kleine schaal het beste van proberen te maken.
Fien Veldman (1990) schrijft zowel fictie als essays. Als een film de Bechdel-test niet passeert is ‘ie waarschijnlijk niet aan haar besteed.