Onze website heeft een nieuw jasje! Lees hier meer over de veranderingen.

Essays van Esha

In Sons tart een gevangenbewaarder de morele grenzen van haar beroep

Essayist Esha Guy Hadjadj ziet in Sons hoe de zorgzaamheid van gevangenisbewaarder Eva – en van de staat voor wie ze werkt – in no-time omslaat naar wreedheid wanneer ze tegenover de ‘onrehabiliteerbare’ Mikkel komt te staan. ‘Zowel cipier als gevangene zijn warmbloedige mensen, die niet altijd geheel kunnen gehoorzamen.’

Achter op de jas van Eva Hansen (Sidse Babett Knudsen) staat in grote witte letters ‘kriminalvorzorger’, Deens voor gevangenbewaarder. Maar misschien is de letterlijke vertaling van criminelenverzorger hier gepaster. Haar werkdagen brengt ze door in het celblok van ‘zwakke’ gevangenen, zoals ze door het personeel genoemd worden, die ze helpt bij hun rekensommen en dagelijkse taken als koffie zetten. Maar in Sons (2024) vraagt regisseur Gustav Möller (Den skyldige) zich af: hoe gaat de criminelenverzorger om met gedetineerden die niet verzorgd kunnen worden?

Tip van Maan

Sons

Gevangenisbewaarder Eva zet haar eigen leven op z'n kop, wanneer iemand uit haar verleden naar haar celblok wordt overgeplaatst.

Eva lijkt het ideaaltype van wat de Franse filosoof Michel Foucault ‘pastorale macht’ noemt. Deze oorspronkelijk christelijke vorm van macht heeft zich volgens Foucault in de moderne tijd uitgebreid tot een algemenere vorm van staatsmacht, waarin de ambtenaar als een zorgzame herder haar kudde tegen gevaar probeert te behoeden. Zoals de pastoor probeert om zijn gemeenschap te beschermen tegen het hellevuur in het hiernamaals, zo probeert Eva haar gedetineerden te behoeden voor gevaar en ongeluk in het aardse leven. Iedere gedetineerde verdient haar zorgzaamheid, evenveel, ongeacht de ernst van zijn misdaad. Een pastoor ontfermt zich nou eenmaal over ieder lid van diens kudde.

Eva’s doel is om gevangenen te rehabiliteren, dat wil zeggen dat ze na verloop van tijd weer kunnen meedraaien in de maatschappij. Voor haar is de gevangenis niet een straf, maar een nobel heropvoedingskamp. Het is een mythe die Foucault in zijn beroemde werk Discipline, Toezicht en Straf (1975) doorprikt door te laten zien dat het verschil tussen de twee niet zo helder is. Om gevangenen te rehabiliteren wordt strikt gereguleerd wanneer ze naar buiten mogen, naar hun cel moeten, mogen eten, moeten studeren of werken, en wanneer ze mogen praten met anderen. De film bevat veel beelden van de  beveiligingscamera’s in de gevangenis, die iedere beweging in de gaten houden. Pas als de gedetineerde goed is afgericht, dat wil zeggen, wanneer hij de regels van goed gedrag heeft geïnternaliseerd, vormt hij geen gevaar meer voor zichzelf en zijn medemens, en wordt hij op vrije voeten gesteld. Hij is dan een volgzaam lichaam geworden, en daarmee een vrij lichaam.

Möller laat ons de blinde vlek zien van Foucaults pastorale macht: de staat heeft haast totale controle over de gedetineerde, maar niet langer voor zijn eigen bestwil

Maar zodra Eva ziet dat Mikkel (Sebastian Bull) de gevangenis binnenkomt, lijkt haar levensvisie te veranderen. Ze vraagt aan haar directeur of ze overgeplaatst mag worden naar het celblok van de ‘onrehabiliteerbaren’ waar Mikkel zit. Ze twijfelt nog of ze moet zeggen dat ze niet meer ‘objectief’ kan zijn – een intiem geheim verbindt Eva en Mikkel – maar ze laat het uiteindelijk achterwege.

Eva ontdekt al gauw dat het er anders aan toegaat in haar nieuwe celblok. Zorgzaamheid komt hier in de vorm van dwang: gedetineerden tegen de muur drukken, hun handen achter hun rug houden, of ze vastbinden aan een bed zodat ze niemand wat aan kunnen doen. De andere gevangenbewaarders zijn uitsluitend mannen die in hun vrije tijd aan krachttraining doen. Deze criminelen komen namelijk niet langer in aanmerking voor verlossing; ze zijn in essentie misdadig en kunnen door geen enkele mate van toezicht, disciplinering of straf ongevaarlijk worden gemaakt. Het enige doel van hun opsluiting is dat ze uit de buurt van anderen blijven. 

Möller laat ons de blinde vlek zien van Foucaults pastorale macht: de staat heeft haast totale controle over de gedetineerde, maar niet langer voor zijn eigen bestwil. Daarbij komt nog een andere blinde vlek: in de kille wereld van Foucault houdt iedere ambtenaar zich netjes aan de regels. Er zou geen plek moeten zijn voor iemand als Eva, die zich niet objectief kan opstellen tegenover Mikkel. Bij Foucault is de cipier simpelweg de volmaakte belichaming van staatsmacht, en niet langer een mens die zelf ook bij tijd en wijle uit de pas loopt. Hoe kan dat ook anders, want zodra je uit de pas loopt, verraad je eigenlijk dat je op de verkeerde plek staat: jij hoort dan bij de andere criminelen.

De werkelijkheid is groezeliger. Eva begint Mikkel te treiteren, te vernederen en vals te beschuldigen. Ze riskeert keer op keer zelf in een cel te belanden door haar behoefte om Mikkels leven zo zuur mogelijk te maken, maar kan evengoed weer terugschieten in haar oude, zorgzame rol. Waar Mikkel in essentie crimineel is, is Eva een gewone vrouw die door omstandigheden nog wreder handelt dan Mikkel. We zien het dunne laagje vernis dat ‘Eva de verzorger’ onderscheidt van ‘Eva de folteraar’. Ze is misschien niet in essentie crimineel, maar wel in de positie om haar macht te misbruiken. Zij vertegenwoordigt namelijk de staat en wanneer zij een misstap begaat, staan haar collega’s klaar om het voor haar op te nemen.

Macht blijkt vooral een kwestie van transparantie: wie wordt in de gaten gehouden en wie blijft ongezien?

Möller laat mooi zien dat Eva niet veel van de crimineel verschilt door juist haar misdaden te tonen via de bewakingscamera’s. De kijker weet dat ze enorme risico’s loopt: ofwel krijgt Mikkel haar te pakken, ofwel de rechtspraak. Bijna de hele film zit je op het puntje van je stoel te gruwelen van wat ze nu weer gaat doen en waar haar rancune toe leidt. Mikkel ontwikkelt een diepe haat voor Eva en lijkt vastbesloten haar even wreed te behandelen. Maar het verschil is dat hij daar nauwelijks de kans toe krijgt.

Bij Möller zijn zowel cipier als gevangene warmbloedige mensen die niet altijd geheel kunnen gehoorzamen. Daarin is Sons een goede kritiek op Foucaults kille beeld van het gevangeniswezen. De wereld van Foucault is misschien huiveringwekkend, met al zijn volgzame lichamen en dissidente criminelen, maar het blijft een ideaalbeeld. Niemand die vandaag de dag nog klakkeloos accepteert dat politieagenten, ambtenaren en gevangenbewaarders zorgzame hoeders zijn die het beste met ons voor hebben. Macht blijkt vooral een kwestie van transparantie: wie wordt in de gaten gehouden en wie blijft ongezien? Eva kijkt naar de camerabeelden én staat er zelf op. Pas aan het einde komen we erachter aan welke kant ze definitief terechtkomt.

Esha Guy Hadjadj

Esha Guy Hadjadj (1994) is schrijver, vertaler en journalist. Hij schrijft onder andere voor De Groene Amsterdammer, OneWorld en de Nederlandse Boekengids. Momenteel werkt hij aan zijn debuutroman.

Gerelateerde films

Tip van Erik

Den skyldige (The Guilty)

‘In het bloedstollende Den skyldige dreunt elke bezettoon als de klokslag van een tijdbom.’

Tip van Maan

Sons

‘Stiekem opent cipier Eva de zwaarbewaakte celdeur en laat ze de wraak binnen.’