Vanaf het moment dat Sophie Dros haar eerste documentaire afleverde als toelating voor de Filmacademie, wist ze dat ze nooit meer iets anders wilt doen dan films maken. Met een uitverkochte IDFA-première in de grote zaal van Tuschinski en een nationale bioscooprelease van haar nieuwste docu King of the Cruise, kun je gerust zeggen dat het lekker gaat met dat voornemen. Op het hoogtepunt van alle buzz spraken we Sophie om de balans op te maken. Want hoe kijk je naar de toekomst als je je eigen dromen al ingehaald hebt?
Blikvangers
Documentairemaker Sophie Dros: ‘Ik begrijp niet waarom niet iedereen documentairemaker is’

In Blikvangers praten we in samenwerking met VERS met de nieuwe makers van Cineville over hun werk en hun filmliefde. Voor deze editie dronken we koffie met regisseur Sophie Dros (Genderbende, King of the Cruise) en hadden we het over werken met je vrienden, afwijzing en blut zijn op je eigen feestje.

King of the Cruise
Een kijkje in de bizarre wereld van cruiseschepen, met een aandacht-zoekende Schotse Baron in de hoofdrol, op een missie om gezien te worden.
Op een druiligere vrijdagmiddag gaan we langs bij Sophie in haar Amsterdamse appartement. IDFA is in volle gang en ze maakt lange dagen, tot grote onvrede van haar kat die vragend toekijkt terwijl wij cappuccino’s drinken. Er staan weelderige boeketten in vazen op de grond en de awards, posters en andere merchandise van haar films maken het huis tot een klein museum. Want hoewel ze nog hartstikke jong is, heeft Sophie al meerdere filmsuccessen op haar naam staan.
Zo verscheen in 2015 de docu My Silicon Love, over een man die sekspoppen verzamelt. Met haar veelbesproken televisiedocumentaire Genderbende (2017) toonde ze op liefdevolle wijze hoe verschillende jongeren hun weg proberen te vinden in het genderlandschap. En dan is er nu King of the Cruise, over een schatrijke Schotse baron met een cruise-verslaving. Hoewel de films qua onderwerp op het eerste gezicht sterk van elkaar verschillen is er een duidelijke rode lijn: ‘Ik wil dat de kijker zich herkent in iets waarvan je eerst misschien dacht dat het niets met jou te maken kon hebben. Hoe raar of afwijkend iemands leven ook is, in de kern zijn we hetzelfde en hebben we dezelfde emoties en behoeftes. We willen allemaal gezien en vooral geliefd worden.’

Furbies en vrijheid‘Ik ben altijd bezig met vragen over het bestaan en wat ons beweegt. Wie zijn we, waarom bestaan we? Daarnaast hou ik heel erg van dingen maken, van kunst, maar ik ben op dit moment niet geïnteresseerd in het maken van fictie. De realiteit is vaak zo veel vetter dan je zelf kunt bedenken. En documentaire is voor mij de perfecte combinatie tussen het ontleden van de menselijke psyche en het vertellen van verhalen die wat toevoegen aan ons leven. En je kunt er mensen dichter bij elkaar mee brengen, dat is heel mooi. Ik vind het echt een ideaal vak. Ik snap niet dat niet iedereen documentairemaker is.’

Genderbende
Een documentaire over jonge mensen die zich geen man én geen vrouw voelen, maar iets daartussenin.
‘Voordat ik films wilde maken speelde ik met het idee om naar een kunstacademie te gaan. Ik deed als puber altijd mee aan kunstwedstrijden en maakte VJ-installaties met omgebouwde Furbies - je weet wel, van die creepy speelgoedrobots. Dat artistieke heb ik denk ik altijd wel in me gehad, waardoor het voor mij goed werkte dat daar minder aandacht voor was op de Filmacademie.
Het was prettig dat ik gekoppeld werd aan mensen die het technische gedeelte goed beheersten en dat ik vrij werd gelaten in het vinden van mijn eigen artistieke handtekening. Ik functioneer het best als niemand zich met mij bemoeit, haha. Daarom werk ik ook zo fijn samen met mijn productiehuis HALAL, die geven me veel ruimte en vertrouwen. En die vrijheid betekent niet dat ik alles alleen wil doen, het betekent juist dat ik het fijn vind als iedereen doet waar ‘ie het best in is.’
Vrienden zijn goud waard
‘Ik heb alle mensen waarmee ik werk leren kennen tijdens onze studie, we zijn daar in het tweede jaar een soort kliek geworden en we doen nog steeds alles samen. Dat is voor mij een van de belangrijkste dingen aan het filmmaken. Mijn cameraman, Boas van Milligen Bielke, is ook mijn allerbeste vriend. We gaan samen naar zakelijke dingen en bellen elkaar ook als we liefdesverdriet hebben. Maar omdat het ooit is begonnen uit het samenwerken, zijn de verhoudingen op het moment dat we aan het werk zijn gelijk duidelijk. Dan ben ik de regisseur en is hij de cameraman.’
Ik vind het fijn als iedereen doet waar 'ie het best in is
‘Ik heb het geluk dat ik met mensen werk die zo’n project echt vanuit liefde aangaan, want als je het alleen voor het geld zou doen kun je het beter laten. Ze gaan echt allemaal tot het gaatje. Dan zaten we bijvoorbeeld op het cruiseschip en dan stuurde ik Boas en Thomas van Krugten - de andere cameraman - om vijf uur ‘s ochtends een berichtje dat we zo aan zouden komen in een haven met super mooi uitzicht en dat ik graag al zou beginnen met draaien, ook al wist ik dat dat veel gevraagd was. En dan kreeg ik een appje terug dat ze allang bezig waren. Om vijf uur ‘s ochtends! Of mijn sound designer Gijs den Hartogh en editor Erik ten Brinke, die nog weken tot super laat in de studio zitten. Al die overuren die zij draaien zijn allemaal onbetaald. Ik verdien zelf ook onder het minimumloon. Daar kan ik best wel kwaad om worden, mensen denken soms dat filmmaken een of andere hobby is.’

Blut in je galajurk
‘Eigenlijk is het absurd dat ik een film heb die al voordat IDFA begon helemaal was uitverkocht en die in de bioscopen draait, terwijl ik zelf niet eens weet hoe ik mijn huur moet betalen. Daar sta je dan leuk in je galajurk een speech te houden in een volle Tuschinski, terwijl je hartstikke blut bent. Ik heb laatst op een rijtje gezet wat ik zou moeten doen om wel rond te kunnen komen van het filmmaken. Dat kwam neer op twee films per jaar en daarnaast nog twee films in ontwikkeling. Vier films per jaar dus. Dan moet je ongelofelijk veel ballen hooghouden én dan moeten al je subsidieaanvragen ook nog eens gehonoreerd worden. En op dit moment zijn al mijn aanvragen afgewezen. Mijn aanvraag voor researchgeld bijvoorbeeld, omdat ze vonden dat ik nog niet genoeg research had gedaan. Maar daar vraag je toch juist geld voor aan?’
‘Het levert me veel stress op. Ik hoef er niet rijk van te worden, daar gaat het me niet om. Ik wil gewoon films maken, dan ben ik op m’n allerbest. Ik word er echt zo ongelofelijk blij van om te zien wat een film met het publiek doet, film is zo krachtig. Ik wil verhalen vertellen en daar steeds een beetje beter in worden. Maar ik moet mezelf wel kunnen onderhouden. Het maakt me op dit moment dan ook niet uit van wie ik geld krijg - al is het van de paus. Ik wil gewoon films maken.’
Mensen denken soms dat filmmaken een of andere hobby is
De schaamte voorbij
‘Ik vind het belangrijk dat hier meer aandacht voor komt. Het is toch een groot taboe om als filmmaker te delen waar je allemaal voor bent afgewezen en hoe vaak. Dat komt ook omdat de afwijzingen van de fondsen soms best persoonlijk zijn. Maar ik schaam me er niet voor, daarom vind ik het ook belangrijk om het te bespreken. Wat dit betreft is het Nederlandse filmlandschap echt bizar. Zo dwing je mensen naar het buitenland. Ik heb wel heel veel geluk met HALAL, omdat zij toch telkens weer genoeg vertrouwen in mij hebben om nieuwe aanvragen in te dienen in de hoop dat er iets gehonoreerd wordt. Daar ben ik dankbaar voor, want voor hen hangt er ook een risico aan. Zij krijgen ook geen extra geld voor het schrijven van die aanvragen.’
‘Ik ben nu ook een commercial aan het maken. Echt een ander vak is dat. Het is wel grappig hoe iedereen in het eerste jaar van de Filmacademie zegt dat ze echt nooit van hun leven een commercial willen maken. Zo van, fuck that, ik blijf altijd trouw aan mijn eigen authentieke werk. In het vierde jaar verschuift dat al een beetje, en als je afgestudeerd bent dan denk je: laat mij alsjeblieft in vredesnaam een commercial maken, want ik heb het geld nodig!’

Troost en detectives
‘Gelukkig kan ik hier goed met mijn beste vrienden over praten. Zij geven mij echt de kracht om het toch telkens weer te proberen en mijn passie niet op te geven. Want die passie is er niet minder op geworden. En het is belangrijk om ontspanning te zoeken. Of troost. Dat vind ik in boeken, ik lees echt heel veel. Ik had laatst het boek Een klein leven (2015) van de Amerikaanse schrijver Hanya Yanagihara gelezen. Dat was echt zo mooi en hartverscheurend. Als je je leven met de personages uit het boek vergelijkt valt het allemaal wel mee, haha. Ik lees ook heel veel tijdens het filmproces. In de edit wil ik de editor niet te veel op de vingers kijken, dus dan zit ik naast hem, en lees ik een boek. Het liefst een detective, van die pulp. Daar word ik helemaal rustig van. Ik kan niet wachten totdat het weer zo ver is en ik daar in de studio mag zitten met een nieuwe film. Dat is op dit moment echt mijn grootste droom, dat ik hier voor altijd mee door mag gaan.’
Foto's: Iris Duvekot
Ik heb een zwak voor films uit het magische uur. Wankelmoedig, nieuwsgierig of vastberaden het schemerdonker tegemoet. Niet wetende hoe lang de nacht zal duren.