Het bijna drie uur durende, broeierige Pacifiction werd uit 540 uur materiaal gesneden. De film heeft iets weg van een thriller over modern kolonialisme op Tahiti, afgezet tegen de dreiging van nieuwe kernproeven. We volgen een opportunistische overheidsmedewerker die in allerlei situaties belandt, maar waarvan we als kijker nooit echt doorkrijgen waar hij mee bezig is. Serra laat de kijker zoeken, eigenlijk net zoals hij zelf in het maakproces op zoek gaat naar bruikbaar materiaal.
Serra neemt je mee op een zoektocht die soms langs uitbarstingen van seks, geweld en drama leidt, maar vaak ook gewoon stroperig verloopt. Daarin lijkt Serra dus helemaal niet op Kanye, maar sluit hij zich aan bij andere hedendaagse filmmakers als Lisandro Alonso en Pedro Costa, wiens films qua tempo ook doorgaan voor slow cinema. Serra’s debuut *Honor de cavalleria*gaat bijvoorbeeld over de avonturen van Don Quixote en Sancho Panza, maar focust niet op de avonturen zelf, maar op de tijd daartussen, waarin ze wat rondtrekken en keuvelen.
Het maakt Serra misschien wel net zo dwaas als Quixote zelf. Of als een van de andere beroemde personages waar hij zich graag door laat inspireren, zoals Dracula en Casanova in Historie de la mort (winnaar van het Gouden Luipaard in Locarno in 2013) en Lodewijk XIV in La mort de Louis XIV (winnaar van de Prix Jean Vigo). Stuk voor stuk antihelden – eenlingen die geniaal zijn in de ogen van de een, maar gek in die van de ander. Ze vertonen zich misschien groots, maar het zijn ook opportunisten en machtswellustelingen.
Serra laat de kijker zoeken, eigenlijk net zoals hij zelf in het maakproces op zoek gaat naar bruikbaar materiaal
Je zou denken dat de honderden uren materiaal en het schieten zonder scenario tot chaos leiden, maar Serra is altijd volledig in controle van zijn werk. Het best valt alles op z’n plek in zijn film over Louis XIV, die je twee uur lang op zijn sterfbed treft, niet meer in staat om te bewegen (prachtig ingetogen vertolkt door nouvelle vague-lieveling Jean-Pierre Léoud – een openlijke flirt met de filmvernieuwers van weleer). De tijd komt bijna tot stilstand in dit invoelende kostuumdrama, dat je dicht bij de eenzame dood brengt van een historisch figuur van formaat. De methode Serra werkt hier op z’n best: de kleine gebaren, de knikjes, de terloopse opmerkingen – ze waren in een reguliere film niet eens opgevallen maar Serra maakt ze tot de kern van zijn film.
De tentoonstelling in Eye wekt zijn controversieelste film Liberté tot leven, waarvoor hij 2019 de Juryprijs ontving op het Filmfestival van Cannes. Ook dit is een kostuumfilm zoals je die niet eerder zag. De kijker volgt een stel libertijnen die hun losbandigheid op elkaar botvieren in een nachtelijk bos. Voordat Serra de film maakte, liet hij het al eenmalig als theaterstuk opvoeren in Berlijn. ‘Een onophoudelijke marteling’ aldus een genadeloze recensent.
Niet onbegrijpelijk, want Liberté is een twee uur lange stroom aan futloze seksuele fantasieën van een stel deftig geklede mannen met pruiken, onder een soundtrack van krekels die af en toe door gekerm en gekreun doorbroken wordt. De kijker wordt een voyeur van iets dat wellicht beter verborgen had kunnen blijven en ontdekt dat vrijheid niet altijd tot iets moois leidt.
Maar wie toch nog een honk verder wil gaan, kan in de tentoonstelling in Eye zelf de Albert Serra-ervaring helemaal ondergaan.
---
De tentoonstelling Albert Serra – Liberté is te zien van 8 juni t/m 29 september. Rondom de expo organiseert Eye talks en vertoningen van Serra's eigen films en keuzefilms.